React Native is ontwikkeld door Facebook en is al sinds 2015 open source beschikbaar. Inmiddels is het een volwassenen en stabiele tool. De beta-versie van Flutter is gereleased in februari 2018 door Google. Sindsdien is de community groeiend, maar nog steeds beperkt. Dat als introductie, maar wat is er nu echt belangrijk bij een vergelijking van React Native vs. Flutter?
React Native en Flutter verschillen van elkaar qua programmeertaal, de manier waarop native componenten toegankelijk zijn, de documentatie, de testmogelijkheden en de manier waarop de export naar IOS & Android plaatsvindt. Laten we die elementen verder bekijken.
Twijfel je nog tussen hybrid of cross platform app-development? Lees dan ons blog over native. vs. hybrid vs. cross platform app-development.
Programmeertaal
React Native maakt gebruik van JavaScript, een veel gebruikte programmeertaal. Verder gebruikt React Native zoals de naam als zegt het framework React. Omdat dit veruit het meest gebruikte webdevelopment framework is, zal voor veel developers de stap naar React Native klein zijn. Verder zijn er genoeg tutorials te vinden en is het makkelijk om code te hergebruiken.
Flutter daarentegen werkt met de in 2011 door Google geïntroduceerde taal Dart. Deze relatief nieuwe programmeertaal wordt amper gebruikt. Door object oriented concepts is de taal makkelijk te leren voor developers die bekend zijn met Java, PHP of C#. Als de complexiteit van de apps toeneemt, is het echter nodig om meer over Dart te leren. Daarnaast wordt Dart door relatief weinig IDEs & text editors ondersteund.